Toetsing aan het EU recht
Alle EU-burgers en hun naaste familieleden hebben recht op verblijf in Nederland op grond van het EU-recht. EU-burgers hebben een rechtstreeks verblijfsrecht in Nederland, als zij zijn aan te merken als werknemer, werkzoekende of zelfstandige, of als zij beschikken over voldoende middelen van bestaan en een ziektekostenverzekering. Voor familieleden van EU-burgers die zelf niet de nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie- zogeheten Derdelanders - is het EU-recht belangrijk. Zij hebben namelijk dezelfde rechten als EU-burgers en worden ook verblijfsrechtelijk hetzelfde behandeld. Ook ongehuwd partners van EU-onderdanen worden onder bepaalde voorwaarden hetzelfde behandeld als Unieburgers. Een belangrijk punt is dat deze derdelanders niet in het bezit hoeven te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) om Nederland in te reizen. Zij kunnen bij de Nederlandse vertegenwoordiging een inreisvisumaanvragen. Voorts hoeven ze geen inburgeringsexamen af te leggen.